Eind
2002 werd de VVAG benaderd door de familie Van Lith
met het verzoek
het herstel van de deurbekroning van hun pand in
deBerenstraat ter hand te nemen.
Het betrof het 19de eeuwse houten bovendeurstuk met
de zeilende driemaster “Amsterdams Welvaren”.
Het grenenhouten relief verkeerde in goede staat,
met slechts een brede krimpnaad in het bovendeel.
Wel zat het geheel rommelig onder een dikke verflaag
met een blauwige lucht en groene golven onder het
schip. Na zorgvuldig afkrabben van de verf
kwamen de minitieuze details van gedraaid touwwerk
en kleine katrolletjes te voorschijn.
In overleg met de opdrachtgevers heeft Jan Hilbers
het geheel zeer terughoudend geschilderd
met weglating van blauw voor de achtergrond.
De deurbekroning na restauratie
Het Nederlandse schip Amsterdams Welvaren werd in
1781, tijdens de Amerikaanse vrijheidsoorlog
door de Engelse marine gekaapt op verdenking van
wapentransport naar Amerika.
Het schip werd opgebracht naar een Ierse haven, maar
verging op de Ierse kust voordat het de haven
bereikte. De verzekeringssom werd aan de
‘nieuwe’Engelse eigenaren uitbetaald.
Een van hen, John Warder, een Quaker wenste uit
overtuiging geen voordeel te trekken uit een
oorlogsvoorval, en gaf zijn aandeel van 1800.- pond
sterling in beheer bij een administratiekantoor,
welk op zoek ging naar de Nederlandse
rechthebbenden.
Om een lang verhaal kort te maken,
in 1828 wordt in de Berenstraat de eerste
Nederlandse bewaarschool gesticht.
In 1864 kreeg het schooltje de huidige neo-gotische
gevel met op de top een smeedijzeren zeiljacht
(d’Ailly, Historische Gids 1974).
De initialen van John Warder zijn opgenomen in de
deuromlijsting.
Gevelsteen vóór en na restauratie
Omdat er toch een steiger voor het pand stond
kon Hilbers meteen de gevelsteen hoger in de gevel
restaureren.
De steen was vuil en aan de zijranden en de
bovenhoeken waren beschadigingen opgetreden.
Bij het schoonmaken van het oppervlak trof Hilbers
kleursporen aan
dus een keuze voor een beschildering was vlug
gemaakt.
Het resultaat ziet er prachtig uit.
Over de voorstelling valt weinig te zeggen,
de symboliek van een, aan een afgeknotte boom
geketende beer
met een bloem in de rechterklauw ontgaat ons
voorlopig nog.
In 1949 werd de steen in de achtergevel aangetroffen
en naar de voorgevel verplaatst
(volgens een notitie van Alings op de achterkant van
een foto in de collectie van het KOG). |