Vóór restauratie
Na restauratie
In mei 2001 kon de VVAG eindelijk de erg aangetaste
gevelsteen
met het gezicht op 's- Hertogenbosch boven de pui
van het fraaie pand Dam 11 aanpakken.
Het feit dat de Dam opnieuw bestraat werd en daarom
het uitgebouwde terras voor het pand
weg moest, maakte het mogelijk een steiger voor het
pand te plaatsen.
Pas vanaf de steiger was het goed te zien, hoezeer
het gedetailleerde reliëf aan herstel toe was.
Vervuiling en slijtage hadden voor ernstige
oppervlakteschade gezorgd,
ook waren de herstellingen aan de bovenhoeken,
waarover later meer, duidelijk te zien.
De steenhouwer van het reliëf
heeft de houtsnede uit Guiciardini's
Beschrijving der Lage Landen (Antwerpen
1567)
als voorbeeld genomen.
Het stadsprofiel op de houtsnede, gezien
vanuit het noorden, wordt gedomineerd
door de hoge houten spits
van de vieringtoren, die in 1523-1529
door bouwmeester Jan van Poppel gebouwd
was.
In 1584 brandde de spits echter af
en werd vervangen door een lagere
koepeltoren.
De hakker van de steen was
waarschijnlijk op de hoogte
van het feit dat er een toren van de
Sint Jan ontbrak,
maar nam aan dat het de andere toren
was,
de nu nog bestaande oosttoren,
deze heeft hij namelijk niet op zijn
gevelsteen weergegeven,
wel de in 1584 afgebrande hoge houten
spits. |
Het voorbeeld: een prent uit 1567 |
Afgezien van dit 'foutje' heeft hij heel
precies allerlei details van de
houtsnede overgenomen
zoals de scheepjes op de Dieze en het
wasgoed op het bleekveld.
Van links naar rechts zijn de
Hinthamerpoort, de Sint Antoniuspoort,
de tweelingtorens van de Sint Janspoort
met een uitgebouwde steiger in,
en de brug over de Dieze te
onderscheiden.
Verder naar rechts is de Orthenpoort en
tegen de rechterrand de Vuchterpoort.
De wapenschilden zijn, links, dat van
het hertogdom Brabant en rechts van
's-Hertogenbosch.
|
Foto uit 1936, het 2e pand van links is
Dam 11 |
In de 30ste jaargang van het maandblad
Amstelodamum
schreef architect Ysbrand Kok een
uitvoerig artikel over het huis,
toen nog Warmoesstraat 201.
Aanleiding was de aankoop op de veiling
door de kunsthandelaar P. de Boer en de
opdracht tot restauratie,
die Kok van hem gekregen had.
De voorganger van het huidige pand
heette in 1590
al 's-hertogenbossege en was toen
eigendom
van de familie Cloeck en bewoond door
Adriaan Pieters.
In 1611 verkreeg hij het pand in
eigendom.
De opschriften 'Anno' en '1725' in de
hoekblokken van het fries
duiden op een verbouwing in dat jaar.
Toen werden de ramen naar beneden toe
vergroot
door het weghakken van de natuurstenen
horizontale gevelbanden.
Van de gevelsteen werden ook stukken van
de bovenhoeken weggehakt.
Het waren gelukkig maar kleine stukjes
want Suasso beschrijft in zijn
Schetsboek uit circa 1875
de gevelsteen compleet met de
wapenschildjes en het onderschrift.
|
Ook
op de foto in Brugmans en Loosjes' "Amsterdam in
Beeld" zijn de wapenschilden duidelijk te
onderscheiden. Ysbrand Kok citeert in zijn artikel
de auteurs van de Noord-Hollandsche Oudheden,
die zeggen dat het onderschrift van de gevelsteen
verloren is gegaan, maar waarschijnlijk was het toen
achter de 19de eeuwse puilijst verborgen, de
Voorlopige Monumentenlijst (1928) noemt het wel.
De restauratie die Ysbrand Kok in 1943 op het oog
had is niet doorgegaan,
pas in 1952 is het pand in oude, 17de-eeuwse glorie
hersteld.
De kruiskozijnen werden naar oude bouwsporen
teruggebracht naar de originele afmetingen,
waardoor de horizontale natuurstenen banden weer
hersteld konden worden.
Toen heeft ook de gevelsteen een schilderbeurt
gehad,
een schilderbeurt waarvan na 49 jaar vrijwel niets
meer terug te vinden was.
De restauratie van de gevelsteen is een
samenwerkingsproject tussen
de VVAG, Marcel Kneppers en restaurateur Roberto
Ajala.
Zonder de medewerking en de financiële bijdrage van
de eigenaren van het pand
zou deze restauratie niet tot stand zijn gekomen.
(gepubliceerd in: Binnenstad 190, september 2001.) |