Vóór en na restauratie
Het was de geelgieter Jan Engeringh die, volgens het
belastingregister van 1742
hier zijn bedrijf uitoefende en met deze gevelsteen
reclame maakte.
Hij had het huis in 1725 laten bouwen,
een jaar dat overeenkomt met de zwierige Lod.XIV
voluten aan weerszijde.
Een geelgieter was geen koperslager die pannen en
ketels repareerde maar een specialist
in het gieten en verder bewerken van koperen kronen,
kandelaars, preekstoellessenaars etc.
Bij een vernieuwing van het huis in 1933 bleeft
gelukkig de steen behouden
en werd het beeldhouwwerk van de halsgevel weer
toegepast.
De Geelgieter. Uit: Jan Luyken,
Het Menselyk Bedryf (1694) |
In oktober 2000 heeft Thobias Snoep de
gevelsteen hersteld.
Van de gepuncteerde achtergrond waren
gedeeltes afgevallen
en ook de tekst was op een paar plekken
beschadigd.
In overleg met Hans Bouhuijs, de
opdrachtgever,
is de dubbele kaarsenkroon met bladgoud
verguld
en de tekst met zwart ingeschilderd.
Het fond en de voluten zijn in twee
tonen Bentheim geschilderd.
De hoop van Hans Bouhuijs, dat de
toeristen die op hun VVV- fietsen
het straatje bezoeken van verbazing van
hun tweewielers vallen,
zou na deze geslaagde opknapbeurt best
eens bewaarheid kunnen worden.
Literatuur:
H W Alings. Gevelsteenvaria II. Ons
Amsterdam 9de jg (1957) pag 363. |
|