Na restauratie
Jacob van Lennep en Jan ter Gouw beschrijven in hun
"De Uithangteekens" deel II (1868)
op pagina 262 deze gevelsteen: "Zeer bijzonder is de
Gouwe Wagen op de Korte Prinsengracht;
wellicht stelt de vrouw die er in zit, Koningin
Semiramis voor,
zooals ze weleer in 't Oude Doolhof te zien was".
Op de tekening van de gevelsteen zit dan ook
duidelijk een voorname dame in de koets.
Tekening in Van Lennep en Ter
Gouw Voor
restauratie
Op pagina 418, in het hoofdstuk "Vraagtekens en
opmerkingen", spreken de auteurs
hun verbazing uit over een schilderbeurt die de
gevelsteen kort tevoren had ondergaan.
"Doch wat is er, sedert onze tekenaar zijn werk
verrichtte, gebeurt?
De steen is nieuw opgeschilderd en de verfkwast
heeft een wonder gedaan.
Koningin Semiramis is herschapen in een oude heer,
niemand kan haar in die vermomming meer herkennen,
wel den Wagen,
waarin die Haarlemmerdijker uit de vorige eeuw thans
een vrij dwaas figuur maakt.
Wij mogen ons nu te meer verheugen de afbeelding
gegeven,
en daardoor den oorspronkelijke vorm bewaard te
hebben".
Kennelijk zat in 1868 het relief toch een beetje
dichtgesmeerd want toen in 1993 Jan Hilbers
allerlei verflagen wegpeuterde bleek Koningin
Semiramis toch echt een heer met een baard te zijn.
Wie nu wel voorgesteld is, is vooralsnog een
raadsel.
De steen siert het fraai gerestaureerde, monumentale
pakhuis met trapeziumvormige toep,
dat, gezien de jaartalstenen hier in 1656 gebouwd
werd.
Literatuur:
J van Lennep en J ter Gouw. De Uithangteekens enz.."
Amsterdam 1868,
deel II, pagina 262 en pagina 418
Dr. Magda Revesz-Alexander. Die alten Lagerhauser
Amsterdams.
(2de druk, den Haag 1954, pagina 91 (tekst) en
pagina 96-97 (afbeelding) |