Home  Resultaten  Verdwenen  Gevonden  Links  Word lid!  Contact  Index gevelstenen A'dam

 
SINGEL 287 Gevelsteen TWE KANEFAS BALE 1632
 
 
Vóór en na restauratie

   

Nieuwe Uilenburgerstraat 113                     Paleisstraat 103-105                                    Warmoesstraat 174

De voorstelling op de steen is duidelijk:
twee balen, zorgvuldig met touw dichtgebonden, links boven een Franse Fleur-de-Lis,
rechts een Engelse Tudorroos, twee heraldisch symbolen
die kunnen verwijzen naar de landen waarmee handel gedreven werd.
Een baal was vroeger niet alleen een verpakkingswijze voor (grove) weefsels
maar ook voor bulkgoederen als bijv. koffie en snuiftabak.
Vergelijkbaar zijn de gevelsteen D'KOFFIBAAL,
op de hoek van de Nieuwe Uilenburgerstraat en de Houtkopersburgwal
en de steen D SNUYF TABAKSBAAL, Paleisstraat 103-105
en D COROMANDELSE CATOEN BAALEN, van Warmoesstraat 174, in het Amsterdams Historisch Museum.

Het woord kanefas (of canefas) is verwant aan canvas maar kent verschillende interpretaties:

● Winkler Prins van de Kunst (A-E), pag 386:
CANEFAS (Frans-Normandisch: caneve, hennep)
ongebleekt weefsel van hennep of linnen met rechthoekige mazen,
dat men gebruikt voor tapijtwerk en om tot schildersdoek te prepareren.
(Wordt als zodanig ook genoemd in "Max Doerner,
Malmaterial und seine Verwendung im Bilde", Stuttgart 1933) .

● M G Emeis Jr. Ken je Amsterdam, IIde bundel, 1941, pag 100.
"Kanefas was een soort van fijn en digt, op velerlei wijze gemodelleerd
fraai en zeer wit gebleekt weefzel van Boom-wolle-garen..." (herkomst citaat niet vermeld)

In tegenstelling tot wat Emeis zegt (boom-wolle-garen=katoen)
is Kanefas een stevig, ongebleekt weefsel van hennep of vlas
dat niet alleen als schilderslinnen werd gebruikt maar ook als matrassenovertrek,
kledingstof, verpakkingsmateriaal en zeer veel als scheepszeil.
De twee, mooi in perspectief gehakte balen op de gevelsteen bevatten dus
een stevig soort weefsel dat verschillende toepassingen kende.


  Prins Hendrikkade 101

Op Prins Hendrikkade 101 zit in de overgebleven helft van een omstreeks 1600 gebouwde trapgevel een steen
waarop een baal van hetzelfde type (hier voorzien van duidelijke merken op de korte kant) welke,
gezien de zeilmakerij die ruim twee eeuwen in het huis gevestigd was, zeker kanefas,
bestemd voor scheepszeil zal bevatten.
De steen wordt door Mej. Van Eeghen gedateerd 1663-1690
aangezien voor 1663 het pand met de naam 'sLands Welvaren wordt aangeduid.

Literatuur:
I H van Eeghen. De restauratie van Prins Hendrikkade 101,
in Maandblad Amstelodamum 71e jg. (1984), pag 110.
Ernst van de Wetering. De onzichtbare Rembrandt:
resultaten van technisch en natuurwetenschappelijk onderzoek.
In catalogus 'Rembrandt, de meester en zijn werkplaats' (1991).
 

Terug